Maandelijks archief: september 2010

Dragons op Rinca Island

Het eiland Rinca, een v/d eilanden behorend tot het beroemde Komodo National Park

Na de eerste nacht op het schip stonden we heel vroeg op – 6 uur – om na een korte vaart met de tenderboot een 2,5 uur durende wandeling te maken op het eiland Rinca; een van de eilanden waaruit het beroemde Komodo National Park bestaat. Een onbeschrijfelijk hete klus,vandaar zo vroeg, dan is de hitte nog enigszins draaglijk. Het was inspannend en we waren doordrenkt van het zweet, maar het was de moeite echt meer dan waard! Hier in dit Komodo National Park park leven naast herten, buffels en apen nog ruim 3000 varanen, waarvan zo’n 2000 op Rinca; de Engelse naam doet hun uiterlijk meer eer aan: “Dragons”. Heel duidelijk afstammelingen van de dinosaurus. Deze dieren hadden al lang uitgestorven moeten zijn, maar er leven er dus – uitsluitend in dit park – en nergens anders ter wereld – nog 3000. Een foutje van de natuur lijkt het wel.

Onder: Op de aanlegsteiger bij binnenkomst van Rinca dreigde het even mis te gaan; onder toeziend oog van een aap links wordt de uitgang van de steiger geblokkeerd door een twee meter lange hongerige Dragon. En daar is zelfs de lokale bevolking bang voor ! Met stokken wordt het dier weggejaagd.

Onder: Ja, en dat moet ik toch ook effe kwijt. Toen we dan net de steiger af konden,en het eiland opliepen zag ik dit trieste tafereeltje. Het beeld behoeft geen commentaar denk ik. Het is een mooi land, Indonesie, maar vuilnisophaaldiensten lijken niet te bestaan, en bovendien gooit iedereen z’n afval op straat of in het water. Het is hier wat dat betreft een hele grote bende. Met o.a onderstaand beeld tot gevolg.


Onder: Voor de rest is het werkelijk wonderlijk om hier rond te lopen; je waant je in het Dinosaurussen tijdperk, zo’n 65 miljoen jaar geleden. De enige plek op aarde waar deze carnivoren,- vleeseters – nog voorkomen. Ze eten buffels, geitjes, herten, en ze zijn ook niet vies van een menselijk hapje. Als het maar vlees is, oppassen geblazen dus.


Onder: Onze complete groep met twee mbv stokken bewapende lokale gidsen tijdens een korte pauze in onze wandeling op Rinca  vlnr: Jan, Mary, Udman, Miriam, Zyneb, Hamza, Cameron, Kathy, Clint, Kim, Marc, Sonja, reisleider Frans, onderste rij vlnr: lokale gids, Hicham, lokale gids. Uit de namen blijkt wel de nationaliteit; Marokkaans, Amerikaans en Zwitsers.

Onder: Over prehistorisch gesproken; bij onderstaande foto van een Dragon, die zijn kop boven z’n hol uitsteekt, komt toch sterk de associatie met Jurassic Park naar voren.


Men heeft in de 90-er jaren besloten de dragons niet meer te voederen – met levende geitjes en herten een waar spektakel voor de toeristen – De dragons moeten zelf aan eten zien te komen, en dat lukt ze heel goed. Complete buffels moeten het loodje leggen tegenover de hongerige groepen dragons, die het eerste in de poten van de vluchtende buffels bijten, om de snelheid er uit te halen. Jawel vrienden een keiharde wereld voor die buffels hier.

Onder: Meerdere Dragons wachten bij de keuken van de Rangers op het eiland; af en toe wordt wat vleesafval naar buiten gegooid. De rangers zijn er zich echter van bewust zelf ook een prooi te vormen, ze zijn daarom uiterst voorzichtig.

Onder: Heel duidelijk zijn de trekken van de prehistorische dinosaurus te zien in de Dragons, die  koudbloedig zijn. Ze moeten zichzelf s’ morgens in de zon eerst opwarmen om actief te kunnen worden. Ze kunnen een snelheid van 18 km per uur halen. En dat halen wij niet. Wegrennen heeft dus geen zin, aanval is in geval van nood de beste verdediging zullen we verderop zien.


Onder: Na een verscheurende beet van de dragon wordt de wond van de geit of buffel met bacterieel gif uit de Dragon’s tong afkomstig, geinfecteerd. Hierdoor zal de prooi na enige tijd zeker het loodje leggen.

 Onder: En we ploegden maar voort, op dat schitterende mooie eiland Rinca. Vooraan loopt Mary, en daarachter komt de rest van de groep. In het midden van de foto is in het water helemaal links nog net een stukje van een vd masten van onze boot te zien. Het is wel te begrijpen dat de Dragons dit paradijsje hebben uitgezocht om de evolutie te overleven.


Onder: Na uitleg van de lokale gids op deze foto een demonstratie hoe een agresieve Dragon aan te pakken als het fout lijkt te gaan. Zoals hierboven reeds gezegd: weg rennen heeft geen zin, ze halen 18 km per uur. Denk nu niet: “van achteren aanvallen, dat is laf”, neen vrienden; het gevaar komt in eerste instantie van de staart, en de eerste klap is nog steeds een daalder waard, nietwaar? 

Kannibalen, dat ook nog !

Dragons zijn ook nog eens kannibalen, die hun eigen baby’s opvreten. Alleen de baby’s die s’ nachts geboren worden hebben mazzel, zij kunnen in het donker ongezien  in de omringende bomen klimmen en ontkomen aan de nietsontziende vraatzucht van hun hongerige moeders. De baby’s kunnen wel tot hun 4de jaar in de bomen moeten blijven zitten, uit angst voor hun moeder, die intussen allerlei trucks toepast  om de “malse hapjes” naar beneden te lokken. Wat een toestand vrienden, en het is echt waar…

Onder: Onderweg zagen we deze 4 jaar oude Dragon baby voorbij kruipen. Dit beest is zo’n 30 a 40 cm lang en heeft nog niet de dodelijke bacterie op de tong.


De derde dag voeren we naar het eiland Komodo waar we wederom een wandeling maakten door het Nationale Park. Het is zaak om voldoende water mee te nemen onderweg want het zweet gutst  met bakken uit je lijf. Het is echt bloed en bloed heet, en ook heel vochtig. We zagen hier reuzenspinnen, kakatoes, en herten die als voer voor de dragons dienen; uiteraard kwamen we ook een paar dragons tegen. De dag werd verder gevuld met snorkelen en zwemmen op de omringende eilandjes.

Onder: Juist voor het bootje, in de schaduw, onder de boom op het strand, liggen we met onze hele groep uit te rusten van een vermoeiende dag; voor deze overzichtsfoto was ik helemaal naar het heuveltje aan het eind van het strand gelopen. De mensen op de voorgrond zijn locals.

Onder: Deze twee nieuwsgierige aapjes keken toe hoe ik de foto van Sonja, even verder naar onder maakte.


Onder: Onder toeziend oog van de twee aapjes hierboven poseerde ons groepslid, de Zwitserse Sonja, even op deze boom om alle lezers van dit journaal, waar zij vanaf nu zelf ook bij hoort, hartelijk te groeten. Afzien manneeeee…….


Onder: s’ avonds hadden we een gezellige BBQ op het strand van een van de vele eilandjes die we onderweg tegenkwamen.Op de achtergrond ligt de Ombak Putih geduldig op ons te wachten.

  

Op het schip de Ombak Putih

Groeten vanuit het tropische Indonesie

Onder: Vanuit de gordel van smaragd groeten wij jullie , waarde vrienden, het is fantastisch hier. Op deze foto worden wij vanuit onze cruiseboot de Ombak Putih naar een strandje in de buurt van het eiland Rinca gevaren.


Bali-zuid vanuit de lucht

Onder: Deze luchtfoto maakte ik vanuit het vliegtuig van Bali naar Flores, net na het opstijgen. We zien het gebied bij Nusa Dua dat net ten zuiden ligt van Sanur, waar wij voor een paar dagen gehuisvest zijn. Het is druk in het water, je ziet dat de speedboten strikt gescheiden zijn van de zwemmers; heel goed georganiseerd allemaal. Of toch niet zo?



Internet op de Sunda eilanden?

Na een verblijf van enkele dagen in een vrij afgelegen gebied waar geen enkele contact met de buitenwereld mogelijk was, hebben we nu weer de beperkte mogelijkheid om een bijdrage te plaatsen.
Als je echter de primitieve leefomstandigheden hier in acht neemt – Bali uitgezonderd – mag het een godswonder heten dat ze hier ooit van internet hebben gehoord. Laat staan dat er verbindingen zijn.


Naar het eiland Flores en andere Sunda eilanden.

Het is altijd vervelend om op een vliegveld pas te vernemen dat je vlucht vertraagd is. Kostbare uren onnodig verknallen in een ongezellige vertrekhal. Nog erger is dat je op het vliegveld moet vernemen dat je vliegtuig al weg is, een uur eerder dan gepland ! Dat kan hier allemaal vrienden, wij maakten het mee op het domestic airport van Bali, voor onze vlucht naar Flores. We zagen ons vliegtuig, een snelle Fokker 100, nog net opstijgen. “Gisteravond heeft men iedereen dit nog telefonisch doorgegeven”,  was de uitleg van de autoriteiten, en : “de volgende vlucht gaat morgen”. Ik legde ze meteen verbouwereerd uit dat wij en nog andere passagiers van niks wisten, maar ook dat wij het motor/zeilschip waarmee wij nog diezelfde middag vanuit Flores zouden vertrekken dan niet meer konden bereiken. ”Einde zeil/boot  trip”, zeg maar…. Iedereen begon koortsachtig door elkaar te rennen en te telefoneren, en na interventie van onze reisagent kregen we twee nieuwe tickets voor een 2,5 uur later vertrekkende vlucht naar Flores. Het was een veel langzamer vliegtuig, we kwamen maar net op tijd voor vertrek v/h schip, zodat we de eerste excursie in Flores misten, maar dat mocht de pret niet drukken, de een week durende zeil/boot trip was gered.

Onder: Vanuit het vliegtuig, onderweg van Bali naar Flores maakte ik deze foto van een van de vele Sunda eilanden onder ons. Langs deze exotische route met mooie baaitjes en stranden zoals op de foto te zien is, zouden we ook weer terugvaren naar Bali, een afstand van meer dan 1000 km


Onder: Na een perfecte lunch op het dek samen met de andere 11 passagiers uit Marokko, USA en Zwitserland, hees de bemanning de zeilen van het mooie schip, en voeren we meteen uit naar een baaitje om te snorkelen en te zwemmen.

Onder: Vanaf de ankerplaats wordt iedereen in een snel tenderbootje naar het tegenoverliggende strandje gevaren. De donkere wolken die zich vanmiddag aandienden bleken gelukkig weer snel te verdwijnen. Het weer kan hier zeer snel veranderen. Bloedhitte en felle zon afgewisseld door een plotselinge onweersbui is heel normaal.


Onder: Daarna kregen we de gelegenheid om al varend vanuit een tenderboot foto’s van het prachtige zeilschip Ombak Putih te maken.  Mooi schip, vriendelijk bemanning, schoon en netjes, met goed werkende airco in de hutten die – zoals altijd op cruiseschepen -, net voldoende ruimte bieden om te slapen en om te kleden. Het allerbelangrijkste; en dat bleek gaandeweg de trip steeds meer, was ook aan boord; een goed gezelschap, waar we een hele goede band mee kregen.  Vooral de Marokkanen, twee jonge stellen en een jongeman, bleken uitstekende praters en heel gezellige reisgenoten te zijn. Net als trouwens het net getrouwde stel Marc en Sonja uit Zwitserland.

Onder: Op het dek zaten we bij een wijntje heerlijk te kletsen met de Marokkanen, de Amerikanen en de Zwitsers, alsof het onze buren waren. Terwijl de zon rustig onder ging; een waar genoegen. Het deed me een beetje denken aan die mooie BZN tijd, toen we ook vaak in dit soort “beroerde” omstandigheden verkeerden

Onder: Een op de heenweg gemaakte luchtfoto van een vulkaan op de route Bali – Flores; welke het precies is weet ik niet zeker, maar vermoedelijk – als ik de details op Google Earth vergelijk – is dit de beroemde Tambora vulkaan op Sumbawa. Deze reus had zijn laatste uitbarsting in 1815; en dit was tevens de grootste vulkaanuitbarsting in de geschreven geschiedenis. Alleen al in het gebied zelf verloren 90.000 mensen erdoor het leven.

 


S’ avonds werden we gebrieft over het schip en de route, door de Nederlandse reisleider Frans, die 6 maanden per jaar op de Ombak Putih vaart, en de andere 6 maanden lesgeeft op het Horizon college in Alkmaar. Een behulpzame reisleider en onderhoudende prater die alles weet over Indonesië, en vooral van het gebied waar wij door varen. De voertaal aan boord is echter Engels.

Onder: Nog een luchtfoto, we kwamen hier ook weer varend langs. Een van de vele Sunda eilanden waar we voor anker gingen, en met een tenderbootje naar een strand werden bracht om te zwemmen of naar een rif om te gaan snorkelen. Op deze foto ligt het zusterschip van de Ombak Putih – helemaal beneden op de foto –  in zo’n baaitje voor anker.