Dylan en Donovan in Matala

De afgelopen twee dagen waren we in het zuidelijkste deel van Kreta. De weersomstandigheden waren debet aan deze planning. We wilden welliswaar wat verkoeling, maar de 22 a 24 graden in een forse wind onder een geheel bewolkte hemel waar noord Kreta nu al twee dagen mee kampt vonden we wel wat aan de krappe kant. Door fohnwerking moet het in het zuiden veel beter zijn, had ik zo gedacht. Het kwam precies zo uit als ik met mijn bescheiden kennis van meteorologie verwacht had;  het werd er 28 a 30 graden onder een strakblauwe hemel. De vochtige koudere lucht uit het noorden werd de afgelopen twee a drie dagen tegen de hoge bergruggen van Kreta omhooggestuwd. De luchtmassa koelt daardoor af en regent boven de bergen leeg. Aan de zuidzijde van de bergen stroomt dan in een wolkenloze hemel warmere lucht van de hellingen af. Hetzelfde verschijnsel kennen we ook in de Alpen. Daarom kozen we voor de driehoek Agia Galini , Vori, en Matala.

Het was ook een interessante keuze, want we bezochten gisteren de archeolgisch site Festos, waar een compleet paleis uit de Minoische tijd is opgegraven. (1700 jr voor Christus) Na Knossos is dit de meest bezienswaardige oudheidkundige plaats van Kreta. Ook andere archeologische “hoogstandjes” waren er in de buurt. Hoewel ik de stellige indruk heb dat ieder gehucht wel een oud bouwvalletje of zoiets dergelijks binnen haar gemeentegrenzen als een 8ste wereldwonder aanprijst.. Dat trekt toeristen en spekt de portemonnee.

Het havenplaatsje Agias Galini vonden we tot nu toe het mooiste plekje van Kreta. Leuke en drukke straatjes boven elkaar met vele tavernes tegen een berg aangebouwd, met daaronder een pittoresk haventje en aansluitend een ideaal gelegen strand zorgen voor een prachtige ambiance. In Matala waren we op het strand dat vooral in de 60,- en 70-er jaren geliefd was bij hippies en Vietnam veteranen. Ze sliepen er in de in de door de Romeinen in de rotsen uitgehouwen graven. In een van de vele tavernes op het strand waarde nog de sfeer van die dagen rond. Twee oudgedienden met paardenstaart en “protestlook” zichzelf begeleidend op akkoestische gitaren zongen protestliedjes van Dylan en Donovan.  Ouwe hippies onder het publiek die de tekst uit volle borst meezongen zag je wegdromen, terugdenkend aan de tijd dat je nog eens ergens tegen demonstreren kon. Want laten we eerlijk zijn, hoe luguber de Vietnamoorlog ook was, het was een enorme injectie en inspiratie voor de hele popscene uit die woelige tijd.  

Geef een reactie